Projecten

Uitkomsten onderzoeken

• Gebruiksproblemen bij hypoglykemie

  Er zijn 16 mensen met type 2 diabetes geïnterviewed die vanuit huisarts­praktijken waren geïdentificeerd als patiënten met hypoglykemieën over medicatie gebruiks­problemen en andere factoren die volgens patiënten mogelijk samenhangen met het krijgen van hypoglykemieën. Dit betreft een kwalitatieve studie. De deelnemers waren tussen de 59 en 84 jaar oud en 13 hadden al langer dan 10 jaar diabetes. Drie hoofdthema’s waren het managen van medicatie, voeding en beweging. Onderliggende problemen hadden te maken met onvoldoende kennis, veranderen van routines, invloed van emoties en vergeten of vergissingen rondom het innemen/spuiten van medicatie. Vooral wanneer om wat voor reden afgeweken moet worden van routines, blijken mensen kwetsbaar voor hypoglykemieën. Dit lijkt deels te komen doordat ze in zulke gevallen niet in staat zijn om hun medicatie­gebruik adequaat aan te passen, ook al weten ze dat dat zou moeten.

• Algoritme hypoglykemie risico

  Op basis van gegevens over mensen met type 2 diabetes uit de GIANTT databank (www.giantt.nl) is een predictiemodel ontwikkeld voor het krijgen van hypoglykemieën. Dit predictiemodel is vertaald naar een Medisch Farmaceutische Beslisregel, waarmee mensen met een hoog risico op hypoglykemie op basis van apotheekgegevens kunnen worden geselecteerd. Relevante criteria zijn: leeftijd, geslacht, gebruik van sulfonylureumderivaten, gebruik van insuline, duur van insuline gebruik, gebruik van antidepressiva, gebruik van corticosteroiden, gebruik van betablokkers, totaal aantal gebruikte antihypertensiva, totaal aantal gebruikte geneesmiddelen. Het artikel over deze studie is gepubliceerd in Diabetes-Metabolism Research and Reviews.

• Deprescribing bij mensen met diabetes en/of hartvaatziekten

  Er zijn 2 focusgroep interviews gehouden met 8 respectievelijk 20 patiënten/mantelzorger over het minderen van medicatie (deprescribing). Het ging om mensen van tenminste 70 jaar die minstens 5 geneesmiddelen, waaronder cardiometabole medicatie, chronisch gebruiken. Sommige mensen waren weinig bereid tot het minderen van cardiometabole medicatie, omdat zij deze medicatie als essentieel beschouwden. Anderen waren wel bereid te stoppen met sommige middelen, deels omdat zij bijwerkingen ervaren, maar zagen ook een aantal geneesmiddelen als essentieel. Welke medicatie als essentieel werd gezien verschilde van patiënt tot patiënt. Patiënten waren van mening dat de voorschrijvende arts een belangrijke rol zou moeten spelen bij het minderen van medicatie.

• Deprescribing vanuit Zorgverleners perspectief

  Er zijn 3 focusgroep interviews gehouden met in totaal 5 huisartsen, 8 openbaar apothekers, 3 praktijkondersteuners (POHs), 2 geriaters, 2 specialisten ouderengeneeskunde over desprescribing van diabetes en cardiovasculaire medicatie. Over het algemeen werd het principe van deprescribing met betrekking tot deze medicatie als relevant gezien, maar werden veel barrières ervaren. Deze lagen deels in het systeem (gebrekkige communicatie tussen zorgverleners; onvoldoende tijd/vergoeding), deels in onzekerheid over uitkomsten (mogelijke verslechtering van patiënt; gebrek aan bewijs/richtlijnen) en deels in communicatie met patiënten. Concrete adviezen in richtlijnen en een multidisciplinaire aanpak werden gezien als randvoorwaardelijk om te komen tot meer structurele deprescribing bij deze patiëntgroep.

Over onze Projecten Bekijk Presentaties